PDD-NOS
Bij PDD-NOS gaat het om een grote groep kinderen die een restgroep vormt van Autisme Spectrum Stoornis (ASS). Een aantal kenmerken van autisme komt bij hen voor, maar in mindere mate of in een andere samenstelling. Kinderen met PDD-NOS kunnen problemen hebben met sociale situaties, communicatie en fantasie. Deze kinderen hebben ook vaak problemen met informatieverwerking en met name met gesproken informatie.
Op school hebben kinderen met PDD-NOS vaak leerproblemen en presteren zij vaak onder hun intelligentieniveau. Ze worden met informatie overspoeld en kunnen moeilijk een scheiding aanbrengen tussen wat wel en niet belangrijk is. Zij zien op zulke momenten niet het geheel maar de details. Zij kunnen zichzelf vaak niet motiveren om nieuwe dingen te leren. Dit betekent dat ze vaak van buitenaf moet worden gemotiveerd, bijvoorbeeld door ze te belonen. Vaak wordt bij kinderen PDD-NOS in eerste instantie aan ADHD gedacht omdat ze vergelijkbare problemen hebben. Het verschil zit hem in het feit dat bij kinderen met PDD-NOS het drukke gedrag niet vanuit impulsiviteit en concentratiestoornis komt, maar meer een mechanisme is tegen angsten en onvermogen. Deze kinderen hebben ook vaak een onhandige motoriek.
Ze reageren vaak sterk op prikkels die ze via de zintuigen (ruiken, proeven, horen, zien en voelen) ontvangen. Soms reageren ze niet als ze bijvoorbeeld een wondje oplopen maar ze kunnen extreem reageren als ze een hard geluid horen. Kortom, een kind met PDD-NOS kan op verschillende manieren reageren wat voor de omgeving erg verwarrend kan zijn. Dit gedrag kan worden uitgelegd als manipulerend maar is vaak vanuit onmacht. Ze hebben veel problemen met sociaal begrip en sociale intuïtie. Ze hebben vaak gevoelens van angst, onzekerheid of eenzaamheid.
De diagnose PDD-NOS is vanwege het wisselende beeld moeilijk te stellen. In de meeste gevallen stelt een kinderarts, een kinderpsychiater of een GZ-psycholoog de diagnose vast.